Kinderklacht van een onwetende

Ik kan niet meer eten of drinken
Ik lijk op een lopend skelet;
" 't Is pompen", zegt pa, of "verzinken"
Ik vos nu ook 's avonds in bed
Ik droom al van sommen met staarten
Waarom hebben golven een knoop
En waarom een buik? Nou, hoe komt dat
En hoe maak je suiker uit stroop

Ik ben alle woordjes vergeten
Die ik in m'n hoofd heb gestampt;
En wat ik van Goethe moet weten
Is ook alweer blijkbaar verdampt
Da Costa? Was dat niet een vlootvoogd
Of nee, da's die vent met die lier
Die immers niet eens meer wou ruisen
Enfin, ook al dood als een pier

Ochgot, en dan Jozef de Tweede
Beschrijf een verlichte Despoot
Wanneer was de Utrechtse Vrede
En wanneer ging Thorbecke dood
Verklaar eens het kiesrecht met trapjes
Hoe maak je organisch aluin
Beschrijf in een opstel naar keuze
De staatsman in Daendels of Fruin

Ik slik regelmatig een poeder
Want morgen, dan word ik getest
"Zijn wij", vroeg mijn pa aan mijn moeder
"Als kinderen ooit zo gepest?"
"Pas op", zei mijn moeder, "hij hoort het!"
"Wat zou dat?", vroeg pa, "laat die frik
Voor mijn part de zenuwe krijgen
Met al die waanwijsheid uit blik!"

Maar morgen moet Pieter gaan zweten
Dan zit ik daar als een citroen
Met al m'n formules vergeten
Dan moet ik examen gaan doen
M'n vader zit somber te kijken
M'n moeder is op van sjagrijn
De jeugd moet, leert een van mijn boeken
Een hemel voor kinderen zijn!!